top of page

rekto:verso - Alles onder controle?

rekto:verso - alles onder controle?

Alles onder controle?
2022-23

Contribution and interview in rekto:verso

 

Elk printnummer nodigt rekto:verso een beeldend kunstenaar uit voor een bijzondere visuele ingreep. 'Alles onder controle?' draagt de signatuur én excentrieke kostuums van Sietske Van Aerde. Gesprek met een manusje-van-alles, die naar eigen zeggen weinig onder controle heeft.

Sietske Van Aerde maakt eigenzinnige theaterkostuums voor Hannah De Meyer en Benjamin Abel Meirhaeghe, maar ook beeldend werk en decor, performance en film. In haar zoektocht leidt de ene creatie tot de andere, wars van genrehokjes. Ook haar beeldbijdrage in ‘Alles onder controle?’ bouwt voort op een eerder werk: het boek met duizend kostuumtekeningen waarmee ze afstudeerde aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Een catalogus van veelheid, waarin alleen kostuums al een complete wereld kunnen verbeelden. Maar ook de reflectie van een ontembaar proces, waarin controle en communicatie van ondergeschikt belang zijn.

 

‘De opleiding Theaterkostuum focust niet op één ding. Je tekent, doet onderzoek, loopt stage. Als student verhoud je je tot beeldende kunst en theater, maar ook tot mode en film. Ik zoek ook zelf al die disciplines op. Kostuums geven me vrijheid omdat ze deel uitmaken van een groter geheel en na een voorstelling weer verdwijnen. Tegelijk voel ik de nood om niet alleen uitvoerend te werken, al komt er zo meer druk op mijn beeldend werk te liggen. Want als je autonoom werkt en creaties maakt die niet zullen verdwijnen, moet je wel iets te vertellen hebben. De zoektocht naar vormen houdt dus nooit op.’

 

Voel je dat er in het kunstenveld ruimte is voor die zoektocht?

‘Tijdens de opleiding werd ik heel erg gesteund in mijn gevoelsmatige proces. De communicatie daarover mocht cryptisch zijn. Maar ik denk dat je je beter op één medium focust als je je aan een carrièreplan waagt. Alleen werkt mijn proces anders: ik moet eerst creëren voor ik de betekenis van een creatie zie. Recent maakte ik bijvoorbeeld schilderijen gebaseerd op een kookboek. De relatie tot eten triggerde me om handdoeken en servetten als schilderobjecten te gebruiken. Zo raak je opnieuw aan kostuum. Misschien is het niet toevallig dat in mijn recente expo Cephalopoda ook een performance stak. Toeschouwers kunnen mijn werk dan misschien moeilijker situeren, het is de enige waarop ik mij tot de wereld kan verhouden. Elke stap draagt al de volgende in zich.’
 

Zo bouwt je beeldbijdrage voor dit nummer bouwt voort op je masterproef.
 

‘Voor de masterproef kostuumontwerp werk je niet met een regisseur samen. In zekere zin ontwerp je zonder reden, terwijl je ook geen mode maakt. Wat moest ik dus gaan vertellen? Uiteindelijk ben ik duizend kostuums beginnen te tekenen, vanuit wanhoop maar ook protest tegen een praktijk waarbij ik, omdat een regisseur dat wil, eindeloos aan eenzelfde kostuum werk. In dat boek met duizend tekeningen dat mijn masterproef zou worden, wilde ik erop vertrouwen dat de inhoud uit de veelheid zou volgen. Alsof die kostuums een storyboard voor een film vormden; elk personage introduceerde een nieuw verhaal. Een twintigtal van de kostuums heb ik vervolgens daadwerkelijk uitgevoerd. Ik heb ze in beeld gebracht en aan elkaar gemonteerd tot een kortfilm: A thousand costumes make one hell of a party. De hel van nooit genoeg, dus. Ik kan tien kostuums maken, maar misschien is duizend beter.’


Op deze pagina’s toon je voor het eerst een selectie cut-outs van de kostuums. Hoe verhoud je je tot de titel van ons nummer?
 

Mijn absurdistische personages scheppen een grappig contrast met controle.

‘Ik denk dat ik vooral weinig onder controle heb. (lacht) Moet ik een duidelijker plan maken? Of is het net goed om de controle los te laten? Rond die vragen heb ik voor rekto:verso een nieuw werk gecreëerd, een vulkanisch hoofd waaruit lava sputtert. Zie het als een zelfportret, waarin ik mijn gevecht met de chaotische veelheid vat. Anderzijds kijk ik uit naar de dialoog van mijn personages met de teksten. Hun absurdisme schept een grappig contrast met controle. Zelf heb ik dyslexie en dikwijls concentratieproblemen bij het lezen. Ik vind het een prikkelende gedachte dat die figuren misschien hetzelfde effect zullen hebben op de lezer.’

Interview door Gilles Michiels

bottom of page